Bij sommige mensen ligt het woord “moeten” vooraan in de mond. Als dat zo is, dan weet je ook wel zeker dat het een dominant woord is in de eigen gedachten. Voor mij is het een rode vlagwoord waar ik graag op reageer.
“Moeten” heeft voor mij namelijk twee componenten, te weten een contextuele en een provocatieve.
Contextueel: Moe (of pa)
Wanneer mensen van alles “moeten” dan vraag ik steevast: “Van wie moet dat?” En dan heb ik antwoorden gehoord variërend van “God” tot “mezelf”. Mijn contextuele vermoeden is dan dat achter “God” en “Mijzelf” (en alles daartussen) een loyaliteit zit naar de familiewaarden zoals iemand die in zijn gezin van herkomst geleerd heeft. De vraag is dan: werkt die loyaliteit in dat “moeten” nu constructief of destructief uit? Om daar achter te komen heb ik dan veel aan de tweede component van “moeten”, namelijk de provocatieve.
Provocatief: ten (to one)
Tien tegen één zit er onder het “moeten” van iemand namelijk een ambivalentie. Aan de ene kant wil iemand de berg op (letterlijk of figuurlijk). Aan de andere kant ziet hij er tegenop, denkt hij dat ie het niet kan, weet niet hoe het moet, of twijfelt aan het waarom. En juist die laatste kant ga je met liefde en humor bevestigen. Hoezo moet je die berg op? Met deze hitte? Je zou wel gek zijn. Voor het uitzicht? Wat mankeert er aan je huidige uitzicht? Enzovoort. Je gaat hiermee door totdat diegene zegt: Hou maar op, je hebt gelijk, laat anderen die berg maar nemen. Dat mijn familie bergmensen zijn maakt het nog niet vanzelfsprekend dat dit ook voor mij een must is.
Of totdat iemand lachend zegt: Je hebt gelijk, het is een hele klus, maar IK WIL dit nu eenmaal. Waarop ik dan hoofdschuddend zeg: Je moet het zelf weten, maar zeg niet dat ik je niet heb gewaarschuwd!
Willen en moeten
Het gaat erom wat je wilt, wat werkelijk je verlangen is. Daaruit volgen de te nemen stappen vanzelf en disciplineer je jezelf zonder dwang. Echter, als vat vol tegenstrijdigheden die jij en ik zijn is het vaak lastig de ruimte te nemen om te voelen wat we werkelijk ten diepste willen. En vandaar dat we dan maar moeten, moeten, moeten… Totdat Iemand je de (lach)spiegel voorhoudt!
Ik wens je een moedig nieuw seizoen toe. Want zoals mijn oude lerares contextueel Marianne Thans altijd zei: “Wanneer je moed nodig hebt, weet je dat je af bent van het moeten”. En natuurlijk: veel plezier!